Eens bij een cursus samen met vier huisartsen, kreeg ik van hen de volgende respons op de vraag hoe zij over vitamine D dachten: ‘Dat testen we niet meer, iedereen met gezondheidsklachten heeft standaard tekort. We sturen ze op basis van klinisch beeld naar de Kruidvat/Etos om een potje vitamine D te kopen, dat is goedkoop en daarmee haalbaar voor mensen.’ Mijn respons: ‘Positief dat jullie op basis van klinisch beeld redeneren!’ Een tekort aan vitamine D kent tal van ziektebeelden, onder andere:
- Spierzwakte, spierpijn en lager herstellend vermogen
- Verstoorde hormoonhuishouding, gevolgen zoals diabetes type 2, maar ook depressie en stemmingsstoornissen
- Verstoord immuunsysteem met tal van gevolgen zoals bepaalde vormen van kanker, auto-immuunziekten en neurologische aandoeningen
Het advies een potje bij bijvoorbeeld het kruidvat te halen stelde mij minder positief. Ik begreep hun uitgangspunt, sinds het verval van vitamine D supplementen vanuit de basisverzekering zijn mensen erop aangewezen het zelf te kopen. Echter, er zit verschil in het goedkoopste potje van een dergelijke keten of een product van de apotheek, waar het via de basisverzekering vandaan kwam. De apotheek voorziet mensen van een product met hogere dosering en biologisch beschikbaarheid van de vitamine, waardoor deze daadwerkelijk effectief is. Ook is de apotheek in staat je te adviseren over aanvullende vitamines of medicijninteracties waar je eventueel voor zou moeten waken. Een apotheek in Nederland die daar een leidend voorbeeld in aanneemt is de Vitamine Apotheek in Huizen.
Diagnose gemist, therapie gefaald
Naar de praktijk vertaald is vitamine D enorm relevant. Voor een (para)medisch behandelaar die zijn/haar vraaggesprek houdt, zal bij een combinatie van meerdere gezondheidsklachten een vitamine D tekort tot de zogeheten ‘differentiaal’ of ‘waarschijnlijkheid’ diagnose moeten horen. Simpelweg door erkenning te geven voor deze waarschijnlijkheid, wordt de persoon in kwestie geholpen verder te kijken dan alleen hetgeen waarvoor hij/zij bij jou als behandelaar is gekomen. Het is allemaal met elkaar verbonden.
Een voorbeeld uit mijn praktijk, waarbij ik sterk geloof dat als de vitamine D status niet gecheckt zou zijn, de slagingskans van het voorgestelde behandelplan vele malen lager zou zijn uitgepakt:
- Situatie: Dame, premenopauzale leeftijd, meld zich aan in de wintermaanden in verband met een peesplaatontsteking linkervoet en lage rugklachten.
- Relevante factoren: Slecht slapen, spierpijnen, algeheel stijf/gevoel oud te zijn, slecht herstellend vermogen, schouders en heupen gevoelig, snel blauwe plekken, moeder van twee jonge tieners, afwisselend zittend/lopend beroep, sportief verleden, energieke/enthousiaste persoonlijkheid maar voelt dat ze dit niet meer als dusdanig kan uiten door algeheel gevoel van vermoeidheid en neerslachtigheid.
- Observaties: Verminderd voetgewelf over de lengte links meer dan rechts, versterkte krommingen onderrug, bovenrug en nek, schouders naar voren gedraaid links meer dan rechts, uit testen blijkt zwakke voetspieren, zwakke core, beperkte reflex snelheid, disbalans oogspieren, borstademhaling in plaats van buikademhaling.
- Aanpak: Activeren zenuwstelsel door onder andere acupressuur punten, oog oefeningen, diafragma ademhalingsoefeningen, schoen gebruiksadviezen en het advies de vitamine D status te laten checken voordat we krachtoefeningen gaan bespreken.
- Uitslag bloedtest: Vitamine D status 28 nmol/L (!) waar deze naar norm van de huisarts 80 nmol/L dient te zijn en waar mijn voorkeur op 120 nmol/L ligt.
- Resultaat: Suppletie hooggedoseerde vitamine D gestart één week na eerste contactmoment. Bij tussentijds contact na 4 weken groen licht gegeven voor lichte krachtoefeningen gericht op de geziene spierzwaktes. Na acht weken sinds het eerste contactmoment was er sprake van 60% verbetering van de peesplaatontsteking, waren er geen lage rugklachten meer, was de slaap verbeterd en was er een algehele verbetering in gemoedstoestand ter hoogte van een cijfer 7 in plaats van een cijfer 4 uit de beginstatus op een schaal van 1-10.
Er valt nog veel meer uit te wijden over bovenstaande casus, maar het punt dat ik wilde aanhalen zit hem in de kunst de juiste aanknopingspunten te leren vinden. Als therapeut willen we niets liever dan de persoon die tegenover ons zit helpen, vaak willen we gauw teveel zenden en vergeten we daardoor de basis. Vitamine D is zo’n basisfactor die op orde dient te zijn voor basaal gezond functioneren.
Verhoogde werking door vitamine-interacties
Nou vooruit, vitamine D is dus onderdeel van de basis. Ik kies ervoor een hoogwaardig product te kopen en dan ben ik er, zul je nu denken. Spoiler alert, zoals verwacht, het ligt genuanceerder, we zijn namelijk op zoek naar balans en daarvoor is het belangrijk bewust te zijn van interacties met andere vitaminen.
Voor een goede werking van vitamine D moeten we de andere vetoplosbare vitaminen ook meenemen. De onderlinge interacties tussen de in vet oplosbare vitaminen D, A, K en E zijn complex en kunnen verschillende aspecten van de gezondheid beïnvloeden. Hierbij beschrijf ik de volgende voor je:
Vitamine D en vitamine K:
Deze twee vitaminen werken samen als zogeheten antagonisten om de calciumstofwisseling in het lichaam te reguleren. Vitamine D helpt bij de opname van calcium uit de darmen, terwijl vitamine K nodig is om calcium naar de botten te transporteren en daar te binden. Een adequate inname van zowel vitamine D als vitamine K is belangrijk voor een goede botgezondheid en voor soepele bloedvaten doordat het voorkomt dat overtollig calcium aan de vaatwanden gaat binden.
Vitamine A en vitamine E:
Vitamine E kan helpen bij het beschermen van vitamine A tegen oxidatie, waardoor de biologische activiteit van vitamine A behouden blijft. Beide vitaminen hebben ook antioxidatieve eigenschappen en kunnen samenwerken om cellen te beschermen tegen schade door vrije radicalen.
Vitamine A en vitamine K:
Er zijn aanwijzingen dat teveel vitamine A de activiteit van vitamine K kan beïnvloeden. Sommige studies suggereren dat hoge doses vitamine A de beschikbaarheid van vitamine K kunnen verminderen.
Vitamine D en vitamine E:
Vitamine D kan helpen bij het reguleren van de productie van vitamine E in het lichaam. Beide vitaminen hebben ook immunomodulerende eigenschappen en kunnen samenwerken om het immuunsysteem te ondersteunen.
Eindconclusie en mijn advies
Neem bij een lage vitamine D status in ieder geval een combinatie product van vitamine D en K. Zorg via je voeding dat je de andere vetoplosbare vitaminen A en E voldoende binnen krijgt. Denk dan aan producten zoals eieren, grasgevoerde roomboter, lever, kleine vette vissoorten, extra vierge kokosolie en olijfolie, avocado’s, pitten en zaden zoals zonnebloempitten, pompoenpitten en hennepzaadjes.